Uitkomsten uit het Landelijk Implementaten Register (UK)

Halve Kunstknie

Zit er verschil in uitkomsten tussen halve knieprotheses vastgezet MET of ZONDER cement?

“Zeg dokter, hoe wordt die prothese nou vastgezet – is dat met of zonder cement, en wat is het beste voor mijn knie…?”

Dat is een goede vraag die in spreekkamer op de poli orthopedie met enige regelmaat gesteld wordt door patiƫnten.

Vaak berust de keuze om wel of geen cement te gebruiken voor het vastzetten van een prothese op persoonlijke voorkeur van de orthopedisch chirurg, die meestal gebaseerd is op eerdere ervaring in zijn of haar opleiding. Het beste antwoord op de vraag wat betere uitkomsten geeft, is echter vooral te vinden in de Landelijke Implementaten Registers, waar elke geplaatste prothese in geregistreerd en vervolgd wordt.

In februari 2020 publiceerden onderzoekers uit Oxford de resultaten van een studie waarbij meer dan 40.000 halve knieprotheses, die geplaatst werden in het Verenigd Koninkrijk, gedurende 10 jaar vervolgd werden. In het bijzonder werd daarbij gekeken naar de verschillen tussen de gecementeerde fixatie techniek (vastplakken met cement) en de ongecementeerde techniek (een prothese met coating die ingroeit).

De uitkomsten van beide fixatie technieken werden in het vakblad ‘Acta Orthopaedica’ gepubliceerd en bleken goed te zijn: overleving van gecementeerde halve knieprotheses was 90%, en van ongecementeerde protheses bleek na 10 jaar zelfs nog 93% goed te functioneren. De ongecementeerde versie van de Oxford halve knieprothese bleek wat beter te scoren op pijn en loslating (en blijkbaar dus goed in te groeien), maar bij de gecementeerde uitvoering van de Oxford halve knieprothese was de kans op botbreuken iets kleiner (0,09% vs 0,26%).

Concluderend kan gesteld worden dat beide fixatie technieken voor de Oxford halve knieprothese het goed doen. De ongecementeerde kunstknie heeft wat minder loslating op lange termijn, echter de gecementeerde versie kan juist bij oudere patiƫnten met brozer bot ook een goede keuze zijn om de (kleine) kans op botbreuken te verminderen.

Wilt u meer weten? Lees de samenvatting van het artikel hieronder in het Engels of het hele artikel via de link van het wetenschappelijk tijdschrift ‘Acta Orthopaedica’.

https://www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1080/17453674.2019.1680924?needAccess=true

Comparison of the 10-year outcomes of cemented and cementless unicompartmental knee replacements: data from the National Joint Registry for England

Dr. Mohammad, Matharu, Judge, David Murray. Nuffield Orthopaedic Centre, Oxford (UK). Acta Orthopedica 2020 Feb;91(1):76-81. 

Background – Unicompartmental knee replacement (UKR) offers advantages over total replacement but has higher revision rates, particularly for aseptic loosening. The cementless Oxford UKR was introduced to address this. We undertook a registry-based matched comparison of cementless and cemented UKRs.Patients and methods – From 40,552 Oxford UKRs identified by the National Joint Registry for England, Wales, Northern Ireland and Isle of Man (NJR) we propensity score matched, based on patient, surgical, and implant factors, 7,407 cemented and 7,407 cementless UKRs (total = 14,814).

Results – The 10-year cumulative implant survival rates for cementless and cemented UKRs was 93% (95% CI 90-96) and 90% (CI 88-92) respectively, with this difference being significant (HR 0.76; p = 0.002). The risk of revision for aseptic loosening was less than half (p < 0.001) in the cementless (0.42%) compared with the cemented group (1.00%), and the risk of revision also decreased for unexplained pain (to 0.46% from 0.74%; p = 0.03) and lysis (to 0.04% from 0.15%; p = 0.03). However, the risk of revision for periprosthetic fracture increased significantly (p = 0.01) in the cementless (0.26%) compared with the cemented group (0.09%). 10-year patient survival rates were similar (HR 1.2; p = 0.1).

CONCLUSION – The cementless UKR has improved 10-year implant survival compared with the cemented UKR, independent of patient, implant, and surgical factors. This improved survival in the cementless group was primarily the result of lower revision rate for aseptic loosening, unexplained pain, and lysis, suggesting the fixation of the cementless was superior. However, there was a small increased risk of revision for periprosthetic fracture with the cementless implant.